Wat is een Groninger Blaarkop koe? (Blister head)
De Groninger Blaarkop (Engels: Blister head) komt zoals de naam al aangeeft uit de provincie Groningen en is een echt Nederlands rund. Naast Groningen is dit ras ook terug te vinden in o.a. Utrecht en Leiden. De koeienhuid van de Groninger Blaarkoppen is veelal zwart of rood (bruin) met een witte kop, witte onderbuik en witte poten. Rondom de ogen heeft de blaarkop zwarte of rode (bruine) vlekken die blaren worden genoemd. Van alle Blaarkoppen is ongeveer 60% rood wit en 40% zwart wit.
Wat zijn karakteristieken van de Groninger Blaarkop koe?
De Groninger Blaarkop is een goed gespied ras met een gehoornde kop en sterke poten. Met een vriendelijk karakter en weinig tot geen last van ziektes kunnen deze dieren bijna het hele jaar buiten staan. Zodoende zijn deze dieren geschikt voor duurzame landbouw en voor natuur begrazingsprojecten.
De stieren zijn ongeveer 1.45 á 1.50 meter hoog en hebben een gewicht van ±800 kilogram. De koeien zijn wat kleiner, deze zijn ongeveer 1.35 á 1.40 meter hoog en wegen ±600 kilogram. En een Blaarkop kalfje weegt ongeveer 35 kilogram bij de geboorte. De koeien worden ingezet voor de melkproductie en leveren zo´n 6000 tot 7000 kilogram melk per jaar. De melk die gegeven wordt door deze koeien heeft een vetpercentage van 4,35% en een eiwittenpercentage van 3,6%. De Groninger Blaarkoppen hebben tevens een goede vruchtbaarheid en kalveren makkelijk af.
De geschiedenis van de Groninger Blaarkop
Al sinds de middeleeuwen (jaar 500 tot 1500) lopen er Groninger Blaarkoppen rond. Vanaf begin vorige eeuw (jaar 1901 tot 2000) werd het ras echter steeds meer verdrongen door import van buitenlands vee. In 1902 onderscheidde het Nederlands Rundvee Stamboek (NRS) de zwartblaar en de zwarte witkoppen. Hoewel er ook rood (bruin) gekleurde Groninger Blaarkoppen waren wilde de NRS deze niet erkennen. In 1931 werden zowel de zwarte als rode erkend.
Rond 1970 á 1980 liepen er ongeveer 22 miljoen koeien in Nederland daarvan was maar 1% een Groninger Blaarkop. Sinds die tijd nam het aantal Blaarkoppen af, zo waren er in 1998 nog maar ±10.000 Blaarkoppen over. Diverse groepen fokkers, melkveehouders en hobbyboeren proberen het ras te behouden. Tegenwoordig valt het ras onder de zeldzame huisdieren.